woensdag 26 augustus 2009

ambtenaren, managers en kunst

Hebben andere mensen dat nou ook?

Dat ze als kunstenaar (in mijn geval) of kunst liefhebber (in andere gevallen) er tegen aan lopen dat ambtenaren zoveel verstand van kunst schijnen te hebben dat ze als een soort middeleeuwse paus kunnen beslissen over leven en dood van kunst. Dat de opleidingen kunstmanagement en dergelijke iemand zoveel inzicht in de beweeg redenen van een kunstenaar en kunst kunnen geven dat ze “alles” weten over kunst en los van alles hun gang kunnen gaan.

Dan heb ik nog niet gesproken over beleggers die prijzen zo opdrijven dat hele kunst markten totaal kapot zijn gegaan puur en alleen om financieel gewin. De beleggers worden in tegenstelling tot kunstenaars echter wel ondersteund door de kunstambtenaren en managers en niet te vergeten politici. Want zij zullen wel begrijpbare taal spreken voor deze luiden wederom in tegenstelling tot kunstenaars. Ze geven de managers en directeuren in ieder geval meer status dan een gemiddelde kunstenaar.

Lucebert zei al dat alles van waarde weerloos was. Vaak geciteerd door boven genoemde personen onder hun verpletterende daden en woorden. Kunsthistorici schrijven kritieken die kunstwerken op zichzelf zijn. Maar helaas niet meer te begrijpen als recensie of kritiek, poëzie als kunstrecensie . Galeries zijn saaie en stille plekken geworden in plaats van broedplaatsen van inspiratie en borrelende ideeën. Ten minste ik ken in mijn omgeving niemand meer die een galerie bezoekt. Was het vroeger omdat er een drempel was, tegenwoordig is het de heiligheid voor het gebodene wat mijn kennissen uit de galerie houdt.

Wie niet onvernoemd wil laten zijn de dames en heren politici in hun oneindige wijsheid. Ik wil hen allen bedanken voor het aanschroeven van zovelen schroeven aan de doodskist van de kunst. Voor hun gedraai en gekonkel de laatste 25 jaar die ik meegemaakt heb. In mijn jeugdige jaren was ik nog sympathisant van de PVDA. Tot deze het idee kreeg in de jaren 80 om musea om te bouwen als buurthuizen om zo de drempel te verlagen en de kunst minder elitair te maken. In de jaren daarna heb ik gemerkt dat dit nu eenmaal de manier van politici is om met zaken om te gaan. Niet gehinderd door enige kennis korte termijn oplossingen produceren. Dan heb ik het maar niet over de verschillende kunstenaars- regelingen die ze opgelegd hebben. Niemand zou me geloven.

Natuurlijk worden woorden als deze gefrustreerd genoemd, maar ik weet na 30 jaar wel beter.

Natuurlijk worden woorden als deze gefrustreerd genoemd, maar ik weet na 30 jaar wel beter.

Geen opmerkingen: